-
1 satisfy
v. voldoen aan; bevredigen, tevreden stellen; belonen; nakomen[ sætisfaj] 〈 satisfied〉1 voldoen ⇒ toereikend zijn, (goed) genoeg zijn2 voldoen ⇒ genoegen schenken, tevreden stemmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tevredenstellen ⇒ genoegen/voldoening schenken, bevredigen2 vervullen ⇒ voldoen aan, beantwoorden aan4 stillen ⇒ bevredigen, verzadigen6 (terug/af)betalen ⇒ voldoen, vereffenen 〈 schuld〉♦voorbeelden:1 be satisfied with • tevreden/voldaan zijn overbe satisfied that • ervan overtuigd zijn dat, de zekerheid (verkregen) hebben dat -
2 satisfy the conditions
-
3 meet/fulfil the requirements
meet/fulfil the requirementsaan de vereisten/voorwaarden voldoen -
4 requirement
-
5 unenforceable contract
overeenkomst die niet uitvoerbaar is (overeenkomst waar de beide zijden niet aan de voorwaarden kunnen voldoen)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский